De Seignette Tulp

Jan Seignette uit zijn bol met ‘eigen’ tulp

Bloembollenbedrijf eert kweker

De Jan Seignette tulpen in voille glorie
(Fotostudio Starfield)

HEILOO - Vol trots laat Jan Seignette (68) uit Heiloo de naar hem vernoemde tulp zien.
Op 31 december doopte hij tijdens een plechtigheid in Akersloot de “Jan Seignette-tulp”. Holland Bolroy Markt BV uit Heiloo, eigenaar van de Jan Seignette-tulp, bood Seignette de tulp aan als blijk van waardering. Na ruim vijftig jaar trouwe inzet in het bloembollenvak een mooi cadeau.

De tulp zal uiteindelijk ook op de markt worden gebracht. Wanneer dat precies is kan Jan Seignette nog niet zeggen. “Ze moeten eerst nog worden gekweekt, er zijn nu (2001) slechts een paar bollen. Wanneer die zich goed vermenigvuldigen kan pas aan verkopen worden gedacht.”
Jan Seignette begon in 1938 met werken in het bloembollenbedrijf van zijn vader. Dit bedrijf zette hij samen met zijn broer voort. “In die tijd kon je kiezen uit leren of werken,” vertelt hij.
“Ik hield niet zo van leren, dus koos ik voor het laatste.” Tot 1987 werkte Jan Seignette met zijn broer in het bedrijf, voordat zij het verkochten aan Holland Blumen Markt.
“Mijn broer was al 60, ik 55,” legt Seignette uit. “We hadden op dat moment behoorlijk moeten investeren om in de toekomst te kunnen blijven meedoen. Mijn twee zoons zagen beide niets in een opvolging. ” Maar om op onze leeftijd nog zo veel geld te moeten investeren leek mij ook niets. Vandaar dat we de boel toen verkocht hebben.” Jan Seignette bleef nog vijf jaar aan om het bedrijf Holland Blumen Markt van de grond te krijgen. In 1992 hield hij het voor gezien en stopte met zijn werkzaamheden.

“Je moet absoluut niet denken dat ik niets meer te doen heb hoor,” waarschuwt Seignette. “Ik ben bijvoorbeeld nog steeds actief in het comité van de Stichting Bloemendagen Limmen. Ik help bij de nagelvoorziening. Ik ga met een aantal mensen de kwekers af, voornamelijk langs de kust van Egmond tot Den Helder. Zo kom ik nog steeds bij de kwekers over de vloer en houd ik binding met mijn vak.”
De activiteiten voor de bloemendagen zijn niet de enige uitstapjes die Seignette maakt om tussen de bloembollen actief te blijven. Een verzoek van het Internationaal Bloembollen Centrum in Hillegom zorgde er zeven jaar geleden voor, dat Seignette eenmaal per jaar naar Parijs gaat om daar de tulp te promoten. Samen met zijn vrouw en een ander echtpaar heeft hij een tulpentuin aangelegd bij de residentie van de Nederlandse Ambassade. Per keer worden 10.000 tulpen aangeplant.

Triumph tulpen Jan Seignette

Dit zijn halfhoge tulpen, die bloeien in april-mei en bereiken een hoogte van 25-40 cm.
Ze hebben grote rode bloemen met een gele rand.

Triumph tulpen komen van origine uit Midden Azië. Ze behoren tot de grootste groep tulpen, en zijn kruisingen van enkelvroege en enkellate kleurrijke tulpen. Het zijn stevige tulpen, dus goed bestand tegen weer en wind.
Ze doen het erg goed in groepjes en bloeien lang.

Planten: vanaf september tot november, ongeveer 10-15 cm diep en 15 cm uit elkaar. Tot aan het planten droog en luchtig bewaren.

Tip: ze zijn prima als snijbloem te gebruiken.
Ook geschikt om in bloembakken en terracotta potten te planten.

Daarnaast is Seignette ‘correspondent van het scheidsrecht in de bloembollen-cultuur’. Een mond vol, maar zijn werkzaamheden bestaan uit het onderhandelen bij een conflict tussen een kweker en een exporteur. “Gelukkig komt dit nauwelijks voor,” lacht hij. “Het kan zijn dat een partij bollen niet goed is en dat de kweker en de exporteur hierin verschillen van mening. Ik probeer dan als het ware te bemiddelen. Komen we er echt niet uit, dan neem ik een proefmonster van de bollen. Uit onderzoek moet dan blijken wie er in zijn recht staat.”
Wat vaker voorkomt is dat de kweker zelf een proefmonster van een bol wil hebben. Daarbij wordt de soortechtheid van de bol getest. De bol gaat naar Lisse en wordt door een commissie gekeurd. “Ik bezoek de kweker en zorg er voor dat alles wordt geregeld,” legt Seignette uit.

Jan Seignette heeft ook nog in het bestuur van Bloembollencultuur afdeling Limmen/Heiloo gezeten. “Ik ben er alleen geen voorzitter geweest, ” zegt hij er eerlijk bij. “Nee, maar wel een nazitter,” sneert zijn vrouw Jos lachend. “Och,” vindt de beklaagde, “dat hoort toch ook bij het bloembollenvak?”